zaterdag 6 juni 2020

Het Katwijks woordenboek... is er nu echt! Helemaal!

Vanochtend op de uitgeverij.

Voor het eerst zo’n boek zien, vasthouden, eraan ruiken... het blijft iedere keer weer een sensatie.

Vanmorgen kwam de pallet van de drukkerij en mochten we ons woordenboek voor het eerst ook echt aanschouwen. De linnen omslag, met een bestempeling in zwart, blauw en zilver, het leeslintje, om de weg niet kwijt te raken in al die 364 dichtbedrukte bladzijden. Vanaf morgen, 6 juni – D-day – kunnen we ook echt allemaal lezen wat er staat.

Vanaf die dag is het Katwijks woordenboek te koop in de boekhandel of het museum: in Katwijk bij Het BakenThe Readshop, Primera en het Katwijks Museum, in Rijnsburg bij The Readshop, in Oegstgeest bij de Rijnlandse Boekhandel en De Kler, in Leiden bij Kooyker en De Kler, in Noordwijk bij Van der Meer, en verder natuurlijk in alle andere boekhandels in Nederland.

Daarnaast is het boek ook te bestellen bij uitgeverij Primavera Pers.

Geniet ervan!

woensdag 13 mei 2020

Het Katwijks woordenboek – nog even, dan is het er


3 juni, dan is het er, ons krentebròòdje. Volgens het Katwijks woordenboek onder andere in de betekenis 'dik boek'.

Weet u wat een bakkerammetje is of een lampedanser? En wat maeltije zijn of rouspoeleweegaste? En wat Katwijkers zeggen als ze een vlieger inhalen? Of wat ze bedoelen met 'n fies mit 'n pakje bròòd achterop? Het is allemaal te vinden in het Katwijks woordenboek, met voorin een duidelijk klankenoverzicht, zodat we weten hoe we de woorden moeten uitspreken, en achterin een handige 'lemmawijzer', een opzoeklijst Nederlands-Katwijks waarmee de woorden in het woordenboek gemakkelijk te vinden zijn. Het Katwijks woordenboek geeft meer dan 7000 woorden en uitdrukkingen, van ààge tot zwùrrever.

2020, 364 blz.
ISBN 9789059973169
€ 22,50 (dit is de aanbiedingsprijs tot 1 september, daarna kost het boek € 24,90) 

Luxe gebonden editie, met linnen band en leeslintje.

Het boek verschijnt bij Primavera Pers en is daar nu al te reserveren.

donderdag 15 augustus 2019

We zijn klaar! Alleen het boek nog...


We kunnen het bijna niet geloven...

Gisteravond hebben we, met Korrie erbij als tweede lezer en corrector, de laatste letters aan het papier gesleten. Het figuurlijke papier natuurlijk, want het is allemaal digitaal. Papier moet het nog worden. We zouden kunnen zeggen, als we het durven, dat het woordenboek nu klaar is. Een paar dingetjes nog misschien de komende weken, een enkele oprisping: staat dit er wel in, of dat? Zijn we dat niet vergeten? En dan... een afspraak maken bij de uitgever. Hoe willen we het hebben na al die bijna vijftien lange jaren? Het moet een mooi boek worden. Dat zeker. Lang kan het niet meer duren.

donderdag 21 maart 2019

De hectiek van de laatste fase

Onjeklonje.

De laatste versie van ons woordenboekdocument is nummer 714. Het had net zo goed 4711 kunnen zijn, want we hebben het al onnommelek veel keren veranderd en aangepast. Eerst had het 'moederdoc', zoals we het noemen geen nummer, maar op een gegeven moment zijn we gaan nummeren, om niet in de war te raken. We hebben dat allemaal wel eens meegemaakt, dat we de laatste versie van een document door een oudere vervingen. Je kan er 's nachts zwetend van wakker worden. Met een woordenboekdocument mogen dat soort ongelukken natuurlijk nooit gebeuren.

Waarom we het woordenboekdocument moederdoc genoemd hebben en geen vaderdoc? Dat weten we niet meer. Het zal wel komen omdat de moeder de oorsprong is van al het goede. Daarom hebben we het ook over onze moedertaal en moeder natuur. Niet voor niets staat ook in de boekenweek dit jaar de moeder centraal.

Met document nummer 714 – en hoeveel zullen er nog volgen? – bevinden we ons in de laatste fase van het woordenboek. Het is een hectische tijd. Na jaren van rustig voortbouwen aan onze woordverzameling bedachten we ongeveer een jaar geleden dat het wel handig zou zijn om achter in het woordenboek een register te hebben. Jaap bedacht er een mooie term voor: lemmawijzer. Daarmee kun je vanuit het Nederlands naar de Katwijkse lemma's (hoofdwoorden) in het woordenboek zoeken. Ook als je geen Katwijker bent, kun je op die manier je weg vinden in het woordenboek en ontdekken dat de Katwijkers voor het Nederlandse woord brutaal bijvoorbeeld onterjuin hebben. Voor de Katwijkers zelf is het natuurlijk interessant om te zien welke Katwijkse woorden er allemaal zijn voor een Nederlands woord. Jaap zei het dinsdag nog: 'Die lemmawijzer heeft echt een meerwaarde.'

Ondertussen is de lemmawijzer letter voor letter afgewerkt en met de sorteermachine van de computer in alfabetische volgorde gezet. Dat is in een paar seconden gepiept. Maar daarmee zijn we er nog niet. Zo moeten we woorden die de sorteermachine alfabetisch bij elkaar gezet heeft onder één Nederlands opzoekwoord groeperen. Een voorbeeld zijn de rederijmerken van de bomschuit. We zetten ze bij elkaar onder bomschuit (ingedeeld naar rederijmerk). Daar vinden we onder andere enkeldròòdhart, kaeman, uurglaeze en zwaeneman. Er zijn er nog meer, maar dat lezen we later in druk. Verder zijn er bijvoorbeeld nogal wat woorden voor het Nederlandse 'beetje'. Zoals grààisje, griezeltje, mossepik en snersje.

Groeperen is één ding. We moeten ook beslissingen nemen over allerlei alfabetiseringskwesties. Waar zet je in het moederdocument bijvoorbeeld de gevallen met apostrof, zoals d'r en z'n? Je kan ze aan het begin van een nieuwe letter zetten. Z'n zou dan boven het eerste woord bij de z komen. Dat is zààik (voor 'zeik, urine'). De apostrof is dan alfabetisch een soort nul, een lege letter die boven de a komt (de tweede letter in zààik). Je kan ook zeggen dat de apostrof in z'n een soort u-klank heeft. Het zijn kleine kwesties die heel ingewikkeld kunnen worden. We hebben nu besloten om de apostrof voor het alfabet te negeren. Z'n komt nu alfabetisch tussen zjurij (voor 'jury') en zo (met de betekenis 'hoeveelheid vis die een visserman gratis meekreeg aan het einde van een visserijreis').

Dinsdag zaten Jaap en ik midden in zo'n alfabetiseringskwestie toen Bert van der Meij belde voor het vertalen van de Kappie, de strip die iedere donderdag in De Katwijksche Post verschijnt. De kwestie waarin wij ons met het woordenboek bevonden was op dat moment zo belangrijk dat ik Bert gevraagd heb over tien minuten terug te bellen. Dit hadden we nog niet eerder meegemaakt, in al die jaren dat we aan het woordenboek werken. De situatie was uitzonderlijk precair en we mochten de draad niet kwijtraken. Het leek wel wiskunde waar we mee bezig waren. Een lezer zal het later als het boek gedrukt is nooit zien of opmerken. Toch willen we dat het allemaal klopt, dat het woordenboek goed in elkaar zit en consequent is. Dat er geen komma verkeerd staat. Al was het maar voor onze eigen gemoedsrust.

Toen Bert uiteindelijk terugbelde, moest het allemaal zo snel mogelijk, wist ik niet waar de grap over ging en wat ik nou precies vertaalde. Of het goed komt met de Kappie deze week weet ik ook niet. Toen het telefoontje klaar was, moesten we weer zo gauw mogelijk verder. Voor de Katwijkers en al die mensen buiten Katwijk, voor wie we ooit aan deze klus begonnen zijn.

Leendert de Vink

zaterdag 15 september 2018

We zijn d'r bijna!


... We zijn d'r bijna! Maar nog niet helemaal. We zijn d'r bijna! We zijn d'r bijna! Maar nog niet helemaal! Hélemaal!

Een reis die al bijna 14 jaar duurt, maar nu zijn we toch bijna op de plaats van bestemming aangekomen: uw boekenkast! Of beter nog: opengeslagen op tafel!

We hebben het natuurlijk over het Katwijks woordenboek. Het afgelopen jaar hebben we de uiterst nauwkeurige correcties van Willem van der Molen verwerkt. Hij is echt een pietje-precies. Want behalve fouten en kromme omschrijvingen controleerde hij ook nog eens alle verwijzingen in het boek. En dat zijn er heel veel! En een woordenboek, daar mag geen letter of verwijzing verkeerd in staan, dus daar zijn we heel blij mee.

Nu gaat het document – want het is natuurlijk nog niet echt een boek – nog naar Korrie Korevaart voor een tweede correctieronde.

Ondertussen werken wij hard door aan de omkeerlijst, de 'lemmawijzer'. Daarmee kun je straks vanuit het Nederlands de Katwijkse woorden vinden. De lijst komt achter in het woordenboek. En we hebben nog een lijstje pro-memoriegevallen. Zo is er altijd wat te doen.

We houden u op de hoogte!

donderdag 23 november 2017

Beeletje


Katwijkse woorden en uitdrukkingen III

Ik las in het Leidsch Dagblad dat het kunstwerk 'Maatjes' van Gerard Brouwer een plek krijgt op de Boulevard. Het is een goede zaak dat dit mooie beeld wordt opgenomen in de galerij van fraaie beeldhouwwerken die de Boulevard inmiddels is geworden. Het is ook een postuum eerbetoon aan een sympathieke, zeer vakbekwame kunstenaar uit onze gemeente.
Het artikel in het Leidsch Dagblad was voor mij aanleiding om wat Katwijkse termen bijeen te harken op het gebied van 'kunst en kitsch'.

Beeletjies
Een kunstwerk van de orde van grootte van 'Maatjes' of het gedenkmonument bij de Oude Kerk wordt ook in het Katwijks gewoon een beeld genoemd. Het verkleinwoord van beeld en het meervoud daarvan zijn weer apart en heel grappig: beeletje en beeletjies. Elke tijd kent zijn eigen beeletjies. Tot in de eerste helft van de vorige eeuw brachten visserlui als souvenir wel eens een stel van die aardewerk hondjies uit Engeland of Lerwick mee, die men, volgens de overlevering, daar ook kon aantreffen voor het raam van dames van lichte zeden, waar zij een signaalfunctie vervulden.
Uit de periode dat er nog aardig wat Katwijkers op de gròòte vaert voeren, hebben sommige families nog kamferkisten, Afrikaanse maskers of andere exotische sculpturen overgehouden. Mijn oma bijvoorbeeld had twee prachtige, zwartgelakte Afrikaanse koppen op het drezwar (dressoir) staan. Mij werd verteld dat het materiaal azobé was, knalhard hout dat zonk in water. Waar ze gebleven zijn? Joost...
In de jaren vijftig waren ook beeldjes van lange slanke dames met hazewindhonden populair, niet echt art deco of jugendstil, maar wel erdoor geïnspireerd. Later kwamen meer gestileerde beelden en abstracte vormen in de belangstelling.
Op de foto hierboven een vrij klassiek, impressionistisch, bronzen beeldje dat mijn wederhelft en ik mooi vinden. We kochten het jaren geleden bij een bezoek aan het Haags Gemeentemuseum. Het is een kleine kopie van La Petite Danseuse van Edgar Degas.

Borretjies
Een borretje (bordje) an de muur is ook nooit weg. Het meervoud wordt op dezelfde wijze als bij beeletje gevormd, dus: borretjies. Dellefs blauw (Delfts blauw, in deze verbinding is het dus niet blaeuw) was heel lang in de mode: Dellefs blauwe geboorteborretjies, borretjies mit 't femiliewaepe, mit spreuke en gròòtere borde mit de Auwe Kerrek d'r op. In een huiskamer mit 't Auwe Kerrekje ontbreekt meestal ook geen bomskuitje als extra decoratief element. Let wel, ik wil het niet belachelijk maken, zelf heb ik ook ergens nog zo'n wandbord liggen met een voorstelling van de kerkgang bij de Oude Kerk. Ik heb alleen geen goede plek om het op te hangen. Dat geldt trouwens ook voor de Makkumer borde uit weer een latere periode, die ook eens een 'hype' waren.


Skilderijtjies en Stengelin
In het Katwijks zijn er geen aparte woorden voor litho, pentekening, aquarel, gouache, zeefdruk, houtgravure of andere grafische mikmak die we zoal aan de muur hangen. Evenals een olieverfschilderij zijn het alle skilderije of skilderijtjies.
Voor sommige materialen is er wel een Katwijkse term, bijvoorbeeld olievùrref, waetervùrref, hauwskòòl (houtskool) en potlòòie (meervoud van potlòòd).
Overdrachtelijk gebruikt heeft skilderijtje de betekenis van mooie vrouw of mooi meisje. In een voorbeeldzin: Die mààid van hunnie buurlui is 'n skilderijtje.
In Katwijk hebben vroeger veel beroemde kunstschilders gewerkt. Een van hen was de Franse schilder Alphonse Stengelin (1852-1938), naar wie de Stengelinstraat genoemd is. Deze straat wordt door Katwijkers letterlijk Stengelin(g)straet genoemd, vaak met die tweede g erbij. De correcte uitspraak is 'Stenzjelèn'. Als je er een huis hebt, kan ik me voorstellen dat het je eigenwaarde en tevens gevoelsmatig de waarde van je huis opkrikt als je zegt in de 'Stenzjelènstraat' te wonen. Het klinkt een stuk 'daftiger', maar je zegt het niet om niet uithàànig over te komen.
Koos van Duyn vertelde mij een keer, dat oudere mensen vroeger in de fotozaak om een skampioentje kwamen. Hiermee bedoelden ze een uitvergroting van bijvoorbeeld een pasfoto van een overleden dierbare. Stuur Katwijkswoordenboek.nl alstublieft even een mail als u weet waar de eigenaardige term skampioentje vandaan komt, want Leendert de Vink en ondergetekende tasten hierover geheel in het duister.
Een portret is in het dialect een petret (spreek uit als 'putret'). Net als in het Nederlands is de figuurlijke betekenis een brutaal of niet-deugend persoon: Je mot uitkijke mit die vent, 't is 'n petret; hij belaetaefelt je waer je bij staet.
Eind jaren vijftig kwamen er in Nederland portretjes in zwang van jongetjes met een petje, schoffies met een peukje in de mond en kinderen met betraande oogjes. Dit genre, dat tot pakweg de jaren zeventig nog vrij populair was, werd door Katwijkers kortweg een peukje of traentje genoemd. Men kon je vragen: Hebbe jollie nog gien peukje of 'n traentje in huis?

Jaap van der Marel

dinsdag 12 september 2017

Piekup


Katwijkse woorden en uitdrukkingen II

't Mos iet magge
Letterlijk Nederlands: 't moest niet mogen. Het wordt gezegd van iets wat in de ogen van de spreker niet welgevoeglijk of ongewenst is. In zo’n geval zegt men ook wel: de pliesie mos 'r nae kijke. 

Zitte is lekker, maer legge is krentebròòd
Spreekt voor zich.

't End in de bek hebbe
De uitdrukking komt ook in andere dialecten (o.a. Zaans) voor. Het betekent afgetobd of erg moe zijn. Voorbeeldzin: We hadde 't end in de bek, toe we de haele dag op die drukke kindere epast hadde. Met andere woorden: men is dan bek-of.

Hij doet z'n ààge-n-iet dòòd
Wordt gezegd van iemand die er een laag werktempo op na houdt. Hij is niet bereid zich erg in te spannen. Voorbeeldzin: Hij zel z'n ààge-n-iet dòòd doen zòò langsaem as-ie die tuin an 't hààreke is. Het kan uiteraard nog erger. Ik hoorde over iemand die superlaks was zeggen, dat-ie te làài is dat-ie lacht. Zo’n figuur heb ik bij de Marine gekend. Zittend aan zijn bureau, met het raam achter zijn rug, vroeg hij aan zijn collega die tegenover hem stond of hij even door het raam wilde kijken om hem mee te delen of het nog regende…

Piekup
In 1954,  ik was toen vijf jaar, schaften mijn ouders een radiomeubel met platenwisselaar aan. Zo’n combi van radio plus grammofoon, werd net als een losse platenspeler, vaak kortweg pick-up genoemd, in het Katwijks piekup. De geluidsdragers waren schellakplaten (plaete of plaetjies), waarvoor de piekup 78 toeren moest draaien.
De grammofoonnaalden waren in die tijd nog niet al te best en sleten snel, zodat platen die vaak opgezet werden op den duur grijsdraaiden.
Mijn ouders hadden onder andere platen van Bing Crosby, Johnny Jordaan, Max van Praag en operettezangers. De lievelingsplaat van mijn moeder was het lied 'Du bist die Welt für mich', gezongen door Rudolf Schock. Als ze een plaat van mijn vader niet zo waardeerde, gaf zij fijntjes te kennen dat zij ´t ofstùrreve an ´t end het mooist vond. Ofstùrreve betekent hier wegsterven, maar dat had u misschien al begrepen.

Jaap van der Marel